Canada O Canada
Hendrik Carette
Daar zijn de totempalen, de tenten en de eeuwigheid van
de jachtvelden.
De rechte grenzen van Manitoba,
De tien provinciën en de twee koudere territoria,
Het poolijs dat nooit dooit
en de rode blokhut van de blanke.
Gletsjers die we niet zien glijden
en de drijvende ijsbergen in de Hudsonbaai; dezelfde
Majestatische icebergs die Henri Michaux misschien
heeft gezien.
Die diepe rivierdalen, ravijnen en vlakten,
Bizons, sneeuwganzen en ervaren jagers
die in het woud verdwalen.
De hoge rotswanden en de achteruitstromende
hoge watervallen,
En de grote graanvelden waarboven een blauwe reiger wiekt.
De mongolen kwamen uit Siberië
Over de bevroren zee
van de Beringstraat.
Om de kariboe en de zwarte beer te doden
En otters, bevers, vossen en lynxen te strikken.
De honger en honger naar verten dreven hen verder,
Zoals het goud de goudzoekers
koortsig maakt.
En spooksteden.