Jacob Roggeveen was de eerste westerling die dit nu bij Chili
behorende eiland aandeed. Later zouden o.a. James Cook (eind
achttiende eeuw) en Thor Heyerdahl (in onze eeuw) het Paaseiland
bezoeken. Het kreeg vooral bekendheid door de grote stenen koppen
(moai) uit de megalithische periode. Men neemt aan dat het voor
oudersymbolen zijn. Pas veel later is ontdekt dat ze op een lichaam
staan, dat door aarde is bedekt. Vóór het Middelburgse Jacob Rogge
veenhuis, een bejaardentehuis aan de Noordsingel, is een replica van
een dergelijk beeld te aanschouwen.
Na een lange reis vol ontbering bleek bij aankomst in Batavia op
9 september 1722 tweederde van de oorspronkelijke bemanning
van Roggeveens vloot aan de scheurbuik te zijn overleden... Alsof
dat nog niet genoeg was, werden de twee overgebleven schepen (de
'Africaensche Galey' was gestrand) door de V.O.C. in beslag ge
nomen. Men beschouwde Roggeveens reis namelijk als een inbreuk
op het V.O.C.-monopolie.
Verbitterd vertrok Jacob met de retourvloot naar de Republiek, waar
hij in juli 1723 aankwam. De V.O.C. draaide echter bij en bood
Roggeveen een schadevergoeding aan van maar liefst 120.000
gulden. Zijn levensavond hoefde Roggeveen dus niet in armoede te
slijten. Hij vestigde zich weer in Middelburg.
Godsdienst speelde een belangrijke rol in het leven van Jacob Rogge
veen. Zoals hierboven reeds vermeld, had hij theologie gestudeerd;
mogelijk in het Franse protestantse bolwerk Saumur. Hij kwam daar
vermoedelijk in aanraking met Pontiaan van Hattem. Deze Pontiaan
van Hattem, (Bergen op Zoom 1614-1706) was een vrome, mystiek
getinte piëtist. Volgens hem bestonden zedelijk goed en kwaad
eigenlijk niet. Ook het kwaad dat geschiedt is namelijk Gods wil. De
hele godsdienst bestaat feitelijk niet uit doen, maar uit lijden. Van
Hattem riep bij de orthodoxen veel weerstand op; zij beschuldigden
hem van godslastering en ketterij, en wisten in 1683 zijn afzetting
als predikant te bewerkstelligen. Zijn volgelingen noemt men Hatte-
misten. Volgelingen als Dina Dame, zijn gewezen dienstbode, bij
genaamd dominee Dina, bij wie Roggeveen na zijn terugkeer uit
Indië in 1714 enige tijd (te Zierikzee) zijn intrek nam. Of Pieter
Wiltschut, burgemeester van Arnemuiden, door de rechtzinnigen
van 'libertinisterij' verdacht, eveneens een kennis van Roggeveen.
In 1718 verscheen De val van 's werelds afgod, of het geloof der Heiligen,
zegepralend over de leer van eigen gerechtigheid, klaar vertoond uit de
26