Christin
Wouter Noorderwier
Iemand die ergens onderweg het spoor moest zijn bijster geraakt liep
met voorzichtige hanepasjes uit het portiek naast Gerrits pension.
Hij leek zijn melkflesje te hebben verloren en wandelde met de stijf
heid van iemand die was gebroken en slordig met teveel Bisonkit
weer in elkaar gezet, een non-athletisch gevangenisbinnenplaats-
loopje. Die verpauperde klassieke imbeciel met triest onderont
wikkelde kin en beetje 'n ascetische mond toonde in zijn ongezonde
gelaatskleur al de tekenen van de ziekte die hem zou vernietigen.
De roos die als confetti over de schouders van de man sneeuwde,
de schamele guirlande van zijn baard, die de krachteloze kin bewim
pelde, ze waren de ontluistering die hij ook bij zichzelf herkende in
bange ogenblikken van zelfbespiegeling.
Respektueus vroeg hij de zachtgekookte man: 'Bent u familie of een
buurman van de dode?'
De gewezen levensgenieter stond stil.
Gebruikte hij voor zijn haar een roodbruine spoeling? Of was het een
toupet die bijna schalks in de richting van zijn linker oog hing?
Met de blik van iemand met lichte verstandsverbijstering die op de
verkeerde afdeling is gekomen zei hij na twee sekonden: 'Ja'.
Zelfs in de monosyllabbe klonk de man als een profeet waar in de
zeven vette jaren niet naar is geluisterd.
'Dan heb ik het goede kontakt, gemaakt! Hier is mijn visitekaartje.'
De stakkerige jongleur, die zeker alles, zelfs eenvoudige aapnootmies
trucs als 'Dank u', verleerd had, nam het kaartje zwijgend aan om het
stil maar met bewegende lippen te gaan staan lezen. Leuk je eigen
naam en adres te kunnen liplezen.
God weet wat zijn progressieve dokter hem nou weer voorgeschreven
had.
Tenslotte mompelde de schijtluis met schijnheilig I-don't-know-
nothing-about-nothing gezicht:
'Die stu stu stuifpeer is altijd erg op zichzelf geweest', om met het
visitekaartje in de hand door te schuifelen.
'Enig idee hoe hij ertoe is gekomen?', riep hij de man nog na.
De aangesprokene schudde zonder om te kijken het hoofd.
Tets ter ore gekomen van slechte gezondheid?'
Weer dat schudden.
'Relatieproblemen!'
Nogmaals schudden.
31