gehoorzaamheid. Want 'Totale onderwerping ben je verschuldigd
aan je meerderen want God heeft hen als zodanig aangesteld'.
Romeinen dertien, een. En toen?'
'Toen?... O ja... 'Mevrouw', zei die kennis van u toen... zo...'
'Luchtig?'
'Zo komt u de hemelpoort niet door, zei hij, want die is smal als het
oog van een naald, zei hij. En u begrijpt wel dat ik hem sindsdien
niet meer heb gegroet.'
'Uiteraard, mevrouw. Hoewel vreemd... On... zijn voorkeur ging
toch uit naar mollige vrouwen. Maar daar gaat het natuurlijk niet
om op aarde. Véél belangrijker dan de geneuchten van het vlees vind
ik te weten wie er géén inbreuk maakt op zorgvuldig opgehoopte
principes, en wie wèl de moraal omver stoot. Kortom, wie er in de
hemel komt en wie in de hel.'
Altijd weer die uiteindelijke verdeling in hen die met de tanden
knarsen en degenen die psalmen zingen. Hij zag al tien miljard
mensen handenwringend knielen in 't laaien van de heldere vlam
voor zich, in die woeste zee van vuur waar je in werd gesodemieterd
als je niet was uitverkoren in het hemels koor.
Enfin, de hel was geen vuur, maar een huiskamer met twee mensen
die niet meer van elkaar houden.
Intussen had ze 'Voor de echte gelovigen' gemompeld en hem aan
gekeken met het begin van een opwelling van wantrouwen.
Was hij wel van de goede Fractie?
Hij keek haar even aan zoals ze daar zat, voor de drie elk jaar wat
ouderwetsere trouwfoto's van haar autistisch voor zich uit starende
kinderen, alle drie met een zekere familie-gelijkenis met de vader
in hun knobbelige koppen. Hij vroeg zich af wie er nou nog in god
geloofden, in onsterfelijkheid, in roem voor het nageslacht, in de
zinvolheid van het bestaan.
Hij vroeg zich af of ze ook na de eerste keer dat zij met 'een ander'
naar bed ging, dat gevoel van de zondigheid van overspel zou koeste
ren. Om deze gedachte en omdat de gebruikelijke West-Europese
voeding met een overschot aan suikers en vetten haar silhouet had
aangetast, begon hij zich tot zijn lichte gêne ook letterlijk Nimrod-
met-de-hoffelijke-Roede te voelen.
'Ik stem op Jonkheer E.L.A. van Nispen tot Pannerden van de Partij
God Met Ons', zei hij snel, maar het hielp nauwelijks.
'O! Wij op de Reformatorisch Politieke Partij zei ze vergevens
gezind.
36