nieuwe kwezelarijen, de 'politieke correctheid'. Omver, die knollen- kraam! Schreef Stirner niet: '-Was, bin Ich dazu in der Welt, um Ideen zu realisieren?' Aantekeningen Deze tekst is een bewerking van 'Het Ik van Max Stirner', dat ik publiceerde in Hollands Maandblad 1990 nr. 10, 17-22. De vertalingen van Duitse citaten in de tekst zijn van mij of afkomstig uit P. Eltzbacher, Anarchisme: de leer van Max Stirner (uitg. De Vrije, Rotterdam (1970)). Het citaat van O. Liebmann komt uit de Allgemeine Deutsche Biographie Bd. 36 (Berlin 1893; repr. 1973). Uitgebreide subj. en obj. bibliografieën van Max Stirner zijn te vinden in de reprint van de 3e herz. dr. van Mackay's Max Stirner (Frieburg/Br. 1977), in de aanvullende lit. opg. door Arthur Lehning bij dl. VI van Quacks De socialisten (repr. Baarn 1977), en in Joseph F.M. Koenraadt, Van Quack tot Constandse: de receptie van Max Stirner in Nederland (doctoraalscriptie Erasmus Universiteit, Rotterdam 1986). Naast de in de tekst en hierboven genoemde werken heb ik o.a. nog geraadpleegd Pszisko Jacobs' nogal onbetrouwbaar gebleken Ik ben een werktuig van niets en niemand (uitg. De Vrije Gedachte, Rotterdam 1987); H. Stourzh, Max Stirners Philosophie des Ich (Hamburg 1978); Frederick Copleston, A history of philosophy III vol. VII (New York 1985); Curt Paul janz, Friedrich Nietzsche Bd. Ill (München/Wienl979); Anton Constandse, Bevrijding door verachting (Amsterdam 1976) en Het soevereine Ik (Amsterdam 1983). Ook Constandse geeft in de aan Stirner gewijde hoofd stukken in deze twee boeken blijk van de selectieve blindheid die veel behoeders van het libertaire erfgoed t.a.v. Stirner gemeen hebben. 52

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 1994 | | pagina 52