hem de hondenuitsmijter kunnen noemen. In elk geval was de betekenis van slaan (Zeeuws: slae'hé) in het ambt bewaard gebleven, want mijn grootvader schroomde niet om soms rake tikken uit te delen in de kerk. het woorddeel 'onder' heeft zijn oorspronkelijk verband met honden verloren en is waarschijnlijk in verband gebracht met 'onder' zoals dat voorkomt in de namen van onder geschikte functies zoals bijvoorbeeld onderbaas, onderpastoor, onderprefect enz. Dus een ambt onderaan op de hiërarchische ladder van de Kerk. Toen de honden door de plaatselijke verordeningen tegen hun bandeloze vrijheid geen probleem meer vormden, wijzigde zich de taak van de Onderslaeher. Hij werd van hondenmepper gepromo veerd tot ordebewaarder in het Huis des Heren. Zijn maatschappe lijke aanzien steeg en dat vond tenslotte zijn weerslag in de naams verandering. Zeer waarschijnlijk leverde de Franse bezetting tijdens Napoleon de nieuwe naam Swies: naar het Frans voor Zwitser. De Zwitsers waren en zijn nog steeds de ordebewaarders van het Vaticaan. dat is de taak van de Zwitserse Garde, het privélegertje van de paus, waarvan de Zwitsers al sinds de Middeleeuwen het privilege bezitten om er de recruten voor te leveren. Eeuwenlang was Zwitser land de grootste leverancier van huursoldaten aan heel Europa. Geen land, behalve het Vaticaan, maakt daar nu nog gebruik van. Zo was mijn grootvader in ver afgeleide zin ook nog een soort huursoldaat. Had de man dat ooit geweten! Hij was zo pacifistisch van aard; maar in de kerk was hij waakzaam en strijdbaar als een soldaat op zijn post. 2. Rellen in de bochten Vier keer elke zondag, d.w.z. tijdens vier diensten, stond mijn groot vader als Swies in de kerk. Hij deed dit pro deo, zowel letterlijk als figuurlijk. Het kostte hem driekwart van zijn weekend, dat toen nog maar één dag duurde. De vrije zaterdag was nog onbekend; God werkte ook zes dagen aan zijn schepping, en de zevende dag rustte hij. Maar mijn grootvader werkte ook de zevende dag, al zal hij het werk in dienst van God zeker als een welverdiende wissel op de eeuwigheid hebben gezien. Hij was op zijn post in de kerkdiensten van zeven uur, half negen en tien uur. Als toetje bij deze overvolle dis had hij nog het Lof, een dienst ter ere van het Sacrament, om twee uur 's middags, ik zei 8

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 1994 | | pagina 8