Nachtmerrie Ik ben met opzet nogal minutieus te werk gegaan bij mijn analyse. Men mag mij van acribie beschuldigen, maar het is mijn liefde voor het Middelnederlands en speciaal voor het Egidiuslied die mij tot deze zorgvuldigheid hebben gebracht. Mij rest tenslotte de vraag: wie is er verantwoordelijk voor een dergelijke incompetentie en knulligheid? Het NLCM dat toch minstens collectieve verantwoorde lijkheid draagt moest zich collectief schamen. Dat is altijd makkelij ker dan een individuele zondebok zoeken. Ik ben me bewust dat het maar om de vertaling van één gedicht gaat, maar het is toevallig wel een van de lyrische hoogtepunten van de Nederlandse literatuur. Ik wil de 1200 zoveel pagina's andere ver talingen niet onder de loep nemen. Maar als er met een vrij gemak kelijk gedicht als het Egidiuslied al slordig en incompetent wordt omgegaan, mag je dan van de vertaling van zoveel moeilijker teksten al te veel verwachtingen koesteren? Er zou wel eens kunnen uitkomen dat de droom van Gerrit Komrij om de bloemlezing te voorzien van een doorlopende prozavertaling uitloopt op een nachtmerrie. Als de bijdragen van de moderne mediaevistiek zich beperkt hebben tot het aanreiken van bestaande tekstedities en de voorziening van een doorlopende prozavertaling, dan is de dank van de samensteller wel erg gul. Daarbij neemt hij alle feilen die in deze bloemlezing worden aangetroffen geheel en al voor zijn rekening. Komrij's vertrouwen in de wetenschap is wel erg groot. Ik heb altijd gedacht dat hij als literaire Einzelganger aller gisch was voor de brouwsels van collectiva. 1200 pagina's ondertite ling! Voor elc wat wils! Heeft de literaire supermarkt toch niet meer dan een prozaïsche massasmaak opgeleverd die zelfs aan Komrij's fijne neus is ontgaan? 14

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 1995 | | pagina 14