Buren
De een betreurt wellicht wat hij verrichtte,
de ander hoogstens wat hij niet volbracht,
de derde dat zijn kogel, ondoordacht
verschoten, 't eigen leven slechts ontwrichtte,
Een vierde treurt nog na om zijn carrière,
de vijfde is verheven boven hopen
of twijfelen - in hun manier van lopen
voert optimisme of sloft traag misère.
Geen mens hier heeft zijn eigen lot verkozen.
De ene zucht mismoedig: "k Heb drie jaar!'
Een ander lacht jaloers: 'Had ik ze maar.'
Sommigen groeten, stervend, nog de rozen,
door hun haast bovenaardse geur gesterkt,
die 'n ander heel zijn leven niet bemerkt.
Albrecht Haushofer: Moabiter Sonette XXXVI.
Vertaling Jaap Reiding.
17