loos luisterend zat af te wachten, de verzameling uit non-valeurs
ontsproten ontsporingen.
Toen ze verbaal uitgeranseld was keek ik om me heen.
Zelfs de drie aanstichters waren onverwachts mijn kameraden.
Ze veegde zich de mond met een uit de mouw getrokken kanten
doekje.
Er gebeurde niets.
Ik moest het dus doen.
'Vous avez chanté tout l'été, dansez vous maintenant,' kwam plotse
ling in mijn hoofd op. Iets anders ware wenselijker geweest. Maar
het voldeed aan de eisen correct Frans te zijn en een zekere toepasse
lijkheid te hebben. Alleen tout l'été liet ik weg.
Alle gezichten draaiden zich naar mij. Met uitgestrekte arm gilde
mevrouw De Vries Robbé dat ik mij ogenblikkelijk bij de directeur
diende te vervoegen.
Met gebogen hoofd verliet ik de klas.
'Mevrouw De Vries heeft me naar u gestuurd.'
'Dat mens wordt steeds gekker,' zei de directeur hoofdschuddend.
Hij zat overeind en schoof een map van zich af.
Ik was verbluft. Mevrouw De Vries Robbé vond ik een aardige vrouw.
Een erg goede lerares. Wanneer mijn Frans niet zo geweldig was lag
dat absoluut niet aan haar. Nooit hoorde ik iets nadeligs over haar.
De werkomstandigheden waren verschrikkelijk. Mijn klas was een
ontzetting. Die was binnen een paar weken al berucht. Maar een
paar leerlingen brachten interesse op. Die arme vrouw viel niets te
verwijten.
Die week vroeg mijn moeder of ze nog met een bepaalde leraar
moest praten. Ze ging naar ouderavond.
Ja, als ze naar mevrouw De Vries Robbé wilde gaan. Die had ik iets
gelapt. Vermoedelijk was ze razend op me. En mijn cijfer zou met
evenveel recht een vijf als een zes kunnen worden.
Werd het een vijf dan bleef ik zitten. Want ook wat betreft algebra
en natuurkunde viel er weinig positiefs te melden. Werd het een zes
dan ging ik over.
38