levens van minstens drie generaties onderdrukte vrouwen aaneen regen tot een aanklacht. En haar sympathie voor wat zij zuidelijk temperament noemde: emoties en je laten gaan, hartstocht en passie. Zelf deed ze daar niet veel aan, maar ze kon er met vervoering over praten, vooral als ze wat gedronken had. De volheid van het leven, daar had ze het dan wat onvast over. Veldstra zat dan wat schuifelig op zijn stoel aan vluchtiger dingen te denken. Een enkele keer viel hij haar goedmoedig aan op haar historisch in zicht. Ze sprak over heksenverbrandingen en keek hem verwijtend aan. Hij had nooit het verlangen gekoesterd wie dan ook te ver branden en hield zich voor dat hij het zich niet hoefde aan te trekken. Intussen ontvouwde Iris de mening dat haar onderdrukking samenhing met de omstandigheid dat de Zwitserse vrouwen geen kiesrecht hadden en rond de tweede fles wijn kwam het voor dat ze Veldstra aansprakelijk stelde voor het ontbreken van vrouwelijke priesters in de katholieke kerk. Veldstra was katholiek geweest, en begon rond die tweede fles wel eens vertederd te praten over de rituelen die zijn jeugd hadden verblijd. Iris had de neiging om het verleden te zien als een vormloze massa, waarbinnen alle gebeurtenissen gelijktijdig plaatsvonden, en daar door verwisselbaar waren. Allemaal vroeger. Allemaal niet nu. Maar nu was ze niet kwaad op hem. Tenminste - hij liep even de laatste uren van de vorige dag door. Pergolesi. Twee glazen wijn. Een paar diepe zuchten. Als er iets is, dan moet je het zeggen, hoor. Nee, niks. Echt niet? Neehee. Waar blijft Christina? Dat was het, Christina. Wat er nu zou komen, wist hij precies: een stuk versleten volkstoneel telkens opgevoerd in dezelfde bezetting, met dezelfde tekst, met alle bijbehorende emoties, die geen enkele indruk meer maakten, omdat het enige publiek de spelers zelf waren. Hij hoorde het om hem heen zoemen en als zijn wachtwoord klonk, produceerde hij zijn claus. Het had iets geruststellends. Dingen veranderden niet, ook niet als je hard riep: 'Dat moet nou 's veran deren.' 'Het is nu echt de laatste keer geweest.' 'Het is hier geen hotel.' 'Uiteindelijk moet je het zelf weten.' 'Zeg jij er nou ook eens wat van.' Die was voor hem. Hij schraapte zijn keel en sprak zijn tekst. Over het eigen leven dat iedereen moet leiden - natuurlijk - maar de 49

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 1995 | | pagina 49