ss De film heette Sea of Spunk en hij liet de titelrol passeren tot de eerste, summiere dialoog. Zeven ondertitels lang. Tien minuten werken voor zeven maal een gulden vijfenveertig maal twee, want het was dubbel tarief omdat er geen script bij was. Dat was meestal zo bij dit type film. Er ontstond nu iets van actie op het scherm. Deze vrouw kende hij wel. Volgens de titelrol heette ze Yoni. Dat zou wel een artiestennaam zijn. Ze had kogelronde borsten die de indruk wekten dat ze los op haar akelig magere ribbenkast lagen, als omge keerde soepkommen. Ze had wel een aardig gezicht, al kregen al die vrouwen iets dommigs in hun uitdrukking zodra ze aan een penis zogen. Maar in elk geval praatten ze dan niet, zodat hij er niets onder hoefde te zetten. Zijn opdrachtgever, de firma FuckFilin International, beperkte de contacten met hem tot het zenden van films en cheques. Een enkele keer kreeg hij een berichtje van de verzuurde redacteur. Die man was zijn voorganger als vertaler geweest, tot hij een maagkwaal had ge kregen en niet meer mocht van de dokter. Nu keurde hij alleen nog maar Veldstra's ondertitels zonder de films te hoeven zien. Regel matig bedacht hij nieuwe beoordelingscategorieën als helder taalge bruik en gebruikt taalregister, en recentelijk hield hij het werk tegen het licht van de sprankel factor. Dat meende hij allemaal serieus. Veldstra had zich voorgenomen zich nooit voor zijn werk te scha men, maar dat lukte hem steeds minder goed. Soms besprong hem de gedachte dit ben ik niet. Maar wat hij wel was, wist hij ook niet. Ingespannen luisterend naar een gefluisterde mededeling van een beffende heer bevreemdde hem steeds vaker de ernst waarmee hij dit vak uitoefende. In plaats van de professionele lichtzinnigheid, die je binnen de beroepsgroep zou verwachten, overvleugelde hem allengs een melancholie die de verrichtingen vervormde tot een toneelstuk van lonesco. Er zweefde niets. Er dartelde niets. Geen elf te bekennen. Het waren meisjes van nu. Of de meisjes van toen nog schade konden aanrichten, was de vraag. Nee, niet meer. Doe maar open. Ze zullen niet druk gaan lopen, giechelend, plagerig, bloot. Het was waar: hij zag meestal alleen hun gezichten, als die het al waren. De ronde, Toscaanse wangen van Tinka, die zo perfect in zijn handpalmen sloten. De grijze, treurige ogen van Maria, die geen ver

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 1995 | | pagina 55