de man in kwestie overspannen werd en ongeschikt voor zijn beroep. Het valt namelijk niet mee om steeds met Adolf Gasfitters vergele ken te worden. Op zich niet onverdienstelijk natuurlijk voor een columnist om een tegenstander maatschappelijk uit de weg te ruimen, maar toch ook wel oorverdovend hypocriet van een man die het linkse geweten van zijn land meent te zijn. Waar is Brandt Corstius op het ogenblik mee bezig? Hij bestrijdt zijn derde en laatste aartsvijand: Van Gogh, die hij consequent 'De Anti semiet' noemt. B.C. heeft bloed geroken, Van Gogh moet dood, liefst op vier mei. Van Gogh. Nu wordt het moeilijker. Op een Van Gogh moet je zuinig zijn. Die oerhollandse Dik-Tromgrijns van hem maakt hem onweerstaanbaar. Een aardige jongen, die Van Gogh. Nee, niet echt, natuurlijk, maar nog wel steeds jongensachtig gemeen. Ze noemen hem de minst begaafde stilist van de drie, maar wat maakt dat uit in het plaatjes tijdperk. Van een veilige afstand mag ik hem graag. Eén ding kan ik echter niet vergeten: de manier waarop hij Evelien Gans, schrijfster van 'Gojse nijd Joods narcisme', te grazen heeft genomen. Als een namaak-Céline. Minor P.S. Heeft u al iets om door te geven aan het Amsterdamse Comité van Waakzaamheid? U kunt uw verdachtmakingen ook opsturen naar de Literaire Inlichtingen Dienst (L.I.D.) van Bailustrada, Postbus 000, Middelburg. 6

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 1995 | | pagina 6