'Egidius waer bestu bleven?'
en
'Egidius waar ben je heen?' lou vleugelhof
ledereen die de Middelnederlandse literatuur een warm hart toe
draagt, kan niet anders dan blij zijn dat Gerrit Komrij in een voor
iedereen toegankelijke bloemlezing van ongeveer 1200 pagina's een
goudmijn aan middeleeuws cultuurgoed heeft opengelegd. Deze
plechtige openingszin durf ik best geven bij een opus dat de inleider
en samensteller zelf de waarschijnlijk grootste bloemlezing uit
de middeleeuwse poëzie noemt die ooit ter wereld verscheen.
Nederland kan weer een item toevoegen aan haar reeks records in
het World Book of Records. En deze keer nog wel een record van
culturele aard, wat ongetwijfeld uitzonderlijk is.
In kringen van neerlandici - helaas is niet elke leraar Nederlands een
poëzieliefhebber - zal men de uitgave hebben toegejuicht. Men kan
volop kiezen uit het enorme aanbod van gedichten, dat voor een
deel moest worden opgediept uit obscure hoeken. Dit laatste is onge
twijfeld een dichterlijke overdrijving van de samensteller. Het kan
ook een aardig uitgeversstuntje zijn om de uitzonderlijke zwaarte
van dit literaire evenement wat reliëf te geven.
Obscure hoeken
Uit welke obscure hoeken de medewerkers hun materiaal voor de
bloemlezing bij elkaar moesten sprokkelen? Een blik in de inhouds
opgave, pag. 1207 e.v. die een verantwoording geeft van de bronnen
waaruit geput is, toont overduidelijk aan dat het grootste deel van
de geanthologiseerde poëzie is overgenomen uit tekstedities die al
decennia lang toegankelijk zijn voor iedereen die zich betrokken
voelt bij de Middelnederlandse literatuur.
Er was een tijd dat de mediaevistiek in zeer hoog aanzien stond aan
de Nederlandse universiteiten. De talloze voortreffelijke, weten
schappelijk verantwoorde tekstedities tussen grofweg 1875 en 1975
die in de Inhoudsopgave genoemd worden zijn daarvan het bewijs.
De illustere namen van experts als Van Mierlo, Mak, Meertens, De
Bruin, Serrure, Axters, Heeroma, De Vreese, Leenderts, Kruyskamp,
Van de Graft, - en aan die reeks is gemakkelijk nog een tiental
namen toe te voegen - tonen aan dat de hoek waaruit de nieuwe
bloemlezing haar frisse wind laat waaien niet zo obscuur is als
7