bedoeld, en ik zou het niet negatief hebben willen duiden, als ik niet
op een stuk ondertiteling was gestoten, eigenlijk niet meer dan een
toevalstreffer, die echter wel een steekproef werd voor mijn gewekte
argwaan.
Het meest bekende hoogtepunt uit de Middelnederlandse lyriek, het
Egidiuslied, ontbreekt uiteraard niet in de bloemlezing. Ook dit
heldere en goed verstaanbare gedicht, zelfs voor de niet in het Mid
delnederlands geschoolde lezer, is voorzien van een prozavertaling.
Als men de droom volledig wil realiseren dan moet men geen
uitzondering maken voor de teksten die eigenlijk geen toelichting
nodig hebben. In een droom heeft alles zijn plaats, ook overbodige
zaken waarvan de zin niet direct geduid kan worden.
De lezer hoeft zich niet direct aangetast te voelen in zijn lezerseer
als hij redundante informatie moet verwerken. Het staat hem vrij de
begeleidende extra tekst te lezen of niet.
Egidius in proza
Toen ik echter min of meer bij toeval de begeleidende prozavertaling
van het Egidiuslied onder ogen kreeg, werd deze confrontatie een
onthutsende ontdekking. Voor de duidelijkheid geef ik vooraf nog
even de volledige oorspronkelijke tekst van het lied. Het gedicht is
zo sterk en ontroerend, dat herhaling de schoonheid ervan alleen
maar verhoogt. Met excuses aan de velen die het waarschijnlijk van
buiten kennen:
Egidius, waer bestu bleven?
Mi lanct na di, gheselle mijn.
Du coors die doot, du liets mi tleven.
Dat was gheselscap, goet ende fijn,
Het sceen teen moeste ghestorven sijn.
Nu bestu in den troon verheven
Claerre dan der zonnen scijn,
Alle vruecht es di ghegheven.
Egidius, waer bestu bleven?
Mi lanct na di, gheselle mijn.
Du coors die doot, du liets mi tleven.
Nu bidt vor mi: ic moet noch sneven
9