Niets te zien
André van der Veeke
Ik wilde blijven op die plek,
een torenvalk die zich ophing
in de lucht dwong me te kijken
Wat ik zag was nauwelijks de moeite
waard; monocultuur van tarwe
en wind, drassige wolken erboven
Bewolkte omgewoelde grond,
rauwe traagheid die je ook
bij jonge jongens vindt
Ik kon niet verder, de wereld
kraakte nieuw en onbeholpen
en er was niets te zien