Een Heer Jaap Reiding 'k Zag in de hal van het Centraal Station te Amsterdam een heer een pizza kopen - hij at er smakelijk van onder het lopen trap-op en later over het perron. Bij 't kauwen bleef zijn mond een beetje open, 'k zag zelden iemand die zó kruimelen kon - maar voor de vogels was die heer zo'n bron van voedsel waar je als vogel op blijft hopen. Dus in zijn voetspoor volgden duiven, mussen in het gezelschap van een aantal kauwen. En ik zag duif mus kauw de tegels kussen vlak achter hem, en vroom de vlerkjes vouwen. Een kruimelend heer staat in het vogelrijk aan wat een god is voor een mens gelijk. 46

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 1995 | | pagina 46