Vastgebonden honden
Nestor Mux (Argentinië, 1945)
Misschien blaft die vastgebonden hond
tegen sterren die hem sarren met signalen
of jankt hij voor degenen die hem lieten waken,
over niemand, een verlaten huis.
De buren klagen, ze kunnen niet slapen,
naar de radio luisteren, rustig hun auto poetsen.
Intussen dicht ik hem blauwe snijtanden toe
als de liefde of de dood en stel me hem voor:
hoogmoedig als sommige mensen en veel honden.
In zijn misbaar klinkt iets van hachelijke dwaasheid,
of van doodsnood; dat geluid loopt maar achter me aan.
Want dit geblaf legt zijn wil op
aan onwelluidende mensenstemmen,
muf als het aangekoekte restje in een pan.
Het kan ook zijn dat ik ergens aan vast zit,
maar dan zonder dat overtuigend geblaf en gejank,
nu ik me eindelijk weet verlaten
om over een bijna onbewoond licht te waken.