Vastgebonden honden Nestor Mux (Argentinië, 1945) Misschien blaft die vastgebonden hond tegen sterren die hem sarren met signalen of jankt hij voor degenen die hem lieten waken, over niemand, een verlaten huis. De buren klagen, ze kunnen niet slapen, naar de radio luisteren, rustig hun auto poetsen. Intussen dicht ik hem blauwe snijtanden toe als de liefde of de dood en stel me hem voor: hoogmoedig als sommige mensen en veel honden. In zijn misbaar klinkt iets van hachelijke dwaasheid, of van doodsnood; dat geluid loopt maar achter me aan. Want dit geblaf legt zijn wil op aan onwelluidende mensenstemmen, muf als het aangekoekte restje in een pan. Het kan ook zijn dat ik ergens aan vast zit, maar dan zonder dat overtuigend geblaf en gejank, nu ik me eindelijk weet verlaten om over een bijna onbewoond licht te waken.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 1995 | | pagina 10