Wie midden in de nacht nog lacht Rafael Felipe Oterino (Argentinië, 1945) Wie midden in de nacht nog lacht slokje voor slokje de ijzige melk van de ochtendstond drinkt de dobbelsteen van zijn geweten de trap afkeilt zonder pijn of moeite een danspasje instudeert, doet of hij je niet hoort als je zijn hart verdonkeremaant en het begraaft onder de dorre bladeren in de tuin, wie zich onder de sterrenhemel aankleedt terwijl hij een wijsje fluit waarin leven en dood samenklinken, wie zijn mond houdt zodra de brandende afscheidskus neerdaalt en vermomd als boot of trein met je keuvelt over de tropen waar je nooit aan zult komen: dat ben jij niet al hoor je hem je eigen lippen beroeren, het is de spectaculaire schoonheid van de wereld die over je heen valt, en met spinnepoten langs je ragt. 15

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 1995 | | pagina 15