Verlangen
dat het zo pijn van binnen doet
U ied'ren dag te moeten missen;
In de jaren dat hij in het sanatorium lag, heeft Hessels de stilte en
het alleen zijn leren kennen als de diepste bron van zijn dichter
schap. Zijn gedichten ontstaan uit het besef dat de kern van zijn
diepste wezen is gelegen in de stilte. Stil geworden wordt de mens
ontvankelijk voor de transcendente werkelijkheid; het verlangen
naar stilte wordt soms ondraaglijk, want het is vervuld van Gods
aanwezigheid, zoals hij zegt in de laatste strofe van het gedicht
'Vergankelijkheid' (p. 43):
Maar ondragelijk wordt soms het verlangen
naar diepe stilte en meren van rust
en om voorgoed in Gods zuivere lucht
gestadig als een kleine vlam te branden.
Verlangen is een tweede motief dat mysticus en dichter gemeen
hebben. Beiden proberen vorm te geven aan een verlangen, een
hunkering naar een ander ervaringsgebied dan dat van de alle
daagse werkelijkheid. Voor hen is de wereld niet iets wat alleen
maar bruikbaar en nuttig is, iets wat geëxploiteerd kan worden
en enkel rationeel wordt benaderd. Zij zien de werkelijkheid als
een geheim, een mysterie dat beluisterd kan worden en dat zich
ontvouwt en openbaart in de stilte. Dat verlangen is in wezen
onvervulbaar. In die onvervulbaarheid ligt juist zijn spankracht.
Voor de mysticus is dat evident.
De dichter Bloem, bij wie het Verlangen het grondmotief van al
zijn werk is, zegt het bijna niet anders. Hij noemt het Verlangen 'de
goddelijke onvervuldheid die wel verre van ons leven tot een last te
maken, ons juist de anders zo onduldbare last des levens doet dragen
niet alleen, maar zelfs boven al beminnen'. Niet alleen de dichter kent
dit verlangen, in ieder mens is het aanwezig. Je zou het kunnen
noemen het zoeken naar een zinvol totaalverband in het leven. De
dichter put uit diezelfde onvervuldheid van de mensenziel. Ook hij
probeert voeling te krijgen met de innerlijke kant, het geheim van
de werkelijkheid. Het zoeken naar en het gescheiden blijven van
14