De donkere nacht
In het gedicht 'Vergankelijkheid' (p. 43) spreekt hij van hetzelfde
ondraaglijke verlangen:
Maar ondragelijk wordt soms het verlangen
naar diepe stilten en meren van rust
en om voorgoed in Gods zuivere lucht
gestadig als een kleine vlam te branden.
De Spaanse mysticus Johannes van het Kruis spreekt van de don
kere nacht waarin de ziel terechtkomt in haar opgang naar de ver
eniging met de Geliefde. In het beroemde vers 'En una noche ob-
scura' is er sprake van radeloosheid, donkerte en de leegte, waarin
de ziel gelouterd wordt en ontbloot van zichzelf pas kan opgaan in
de vereniging met God.6
En una noche
1. In een nacht, aardedonker,
in brand geraakt en radeloos van liefde,
- en hoe had ik geluk! -
ging ik eruit en niemand
die 't merkte - want mijn huis lag reeds te slapen,
S. O nacht die mij geleid hebt!
O nacht, mij liever dan morgengloren!
O nacht die hebt verenigd
Beminde met beminde,
beminde opgegaan in de beminde.
Een soortgelijke ervaring klinkt door in het gedicht van Wim
Hessels, 'De Dag is meest van Geluiden vol' (p. 64).
De dag is meest van geluiden vol,
doch Gij zijt in dit alles niet.
Dit leven is een donkere drift
die pas verstilt tot lied
als zijn trotse pracht verbroken is
in lijden en verdriet:
17