Celassenheit van loze schaduwen en zinloosheid waartegen hij protest aan tekent, maar het is een teken van het diepe geheim dat de werke lijkheid in zich bergt en dat onverstaan blijft in de korte tijd die het leven biedt. de wereld opent niet haar diepen schoot en haar geheim blijft eeuwig onverstaan; o waarom dan getracht haar zin te raan den korten tijd die u het leven bood? Eens is u alles vreemd voorbijgegaan. O wereld, gij mijn zwijgende genoot, laat mij uw vreemdheid teken zijn voortaan van diepst geluk zowel als diepste nood: want vreemd moet alles mij in 't eind ontgaan. Eenzelfde vervreemdingsbesef brengt hij onder woorden in het gedicht 'Levensgeheim' (p. 105): Zoveel bleef stom en ondoorgrond: nog kent net hart zichzelve niet, en tussen vreugde en verdriet dwaalt het gelijk een vreemd'ling rond. In 'Verbeelde Reis' (p. 102) is het weer de vergankelijke aarde waar de ziel zich vervreemd en ontheemd voelt: Het immer vluchtend landschap is het enige tehuis der ziel waar iedre woning haar ontviel en zij haar wezen weet: gemis. Het openstaan voor het geheim van de werkelijkheid, de ontvanke lijkheid, het behoedzaam wachten op de openbaring van dat ge heim is een volgend motief dat bij mystici en dichters voortdurend aan de orde is. Het is de houding van de luisterende, van de aan- 21

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 1996 | | pagina 23