De Gesel en de Veer André van der Veeke Terneuzen, november 1996 Aan J.C. Bloem, Schrijven over Bloem is schrijven over november, daar komt het tegenwoordig op neer, bewonderde dichter. U wordt beschouwd als de kampioen van de troosteloosheid. En niet helmaal ten onrechte natuurlijk. Want laten we wel zijn, regels als 'Is elk wezen zwanger van de dood, En het voorbestemde doel van het paren Is niet minder dan de wieg het graf.' zal men niet gauw op een geboortekaartje aantreffen. Daarentegen wordt uw poëzie grootschalig geannexeerd in rouwadvertenties. Gemakshalve ziet men daarbij uw eerste bundel Het Verlangen over het hoofd. Zelf maak ik me daar ook schuldig aan. 41

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 1996 | | pagina 43