Yvonne Né
Aan de voeten van de zee
l
Ik heb reeksen water horen komen en
hun talen zo hard slijten tot elk woord
daarin ontbrak. Zo werd ik maar niet
wakker van ontbreken en ontbrak
II
Wat aldoor ontglipt, ik ken het
niet. Hoe snel is het? Het heden lijkt
wel toekomst, zoals het zich onttrekt
Uit golven komt het. Zijn gehalte aan
gaan maakt het voortvluchtig,
schuimt mijn recht op blijven staan
We lopen
Al hoopt ginds een zee zich op en trekt ze
hier, alsof ze anders is, haar kunnen af
van het bestaan. Het zand verbleekt.
Los is het en toch is het bijeen
als water, dat het sloeg en bewerkte
naar het fronsende beeld van zijn
vloed. Zolang het niet waait ligt
dit gezicht koel in zijn korst en aan
de voeten van de zee
Gra fiek Y. Né
10 Bal lust rad a