Tien jaar Ballustrada
Voorwoord
Overleven
Eigen positie
(waarin opgenomen De Zeeuse Nachtegael)
Hoe zit het nu precies met de samen
werking met De Zeeuse Nachtegael,
wordt ons regelmatig gevraagd. Iemand
moet dan met uitleg komen. En hoewel
het verklaren van een grap net zo iets is
als het als het willen bewaren van een
ijsje in de volle zon, kan er in dit geval bij
ons altijd nog een lachje af. Als we op
onze samenwerking met De Zeeuse
Nachtegael afgaan bestaat Ballustrada al
ruim driehonderd jaar, de facto zijn we
aan onze tiende jaargang bezig.
De meeste literaire zuigelingen worden
niet oud, maar desondanks glimmen de
verwekkers altijd van trots. De buiten
wereld kijkt sceptisch toe. Meestal
terecht. Een, hooguit twee jaren en dan
kan er door een verslagen redactie
gerouwd worden. In onze provincie
overkwam het verschillende culturele
tijdschriften. Hoe komt het dat Ballustra
da nog steeds bestaat?
Een exact antwoord is moeilijk te geven.
Realiteitszin heeft er mee te maken,
maar evenzeer een zekere vorm van
bewustzijnsvernauwing. Aan idealisme
heeft het ons niet ontbroken, evenmin
aan een bescheiden portie sluwheid.
Incidenteel speelde ook de factor geluk
een rol. Want je kunt het natuurlijk niet
plannen, dat de drukker failliet gaat als
het financieel even tegenzit. En dan ook
nog uitgerekend op de dag dat er een
uitgave van Ballustrada, gedrukt en wel,
in een bedrijfspand vol morrende
schuldeisers klaar ligt. Waarna vervol
gens in het tumult van het faillissement
nooit meer een rekening wordt verzon
den en dus ook niet betaald.
Een van de officiële doelstellingen bij de
oprichting van Ballustrada was: een
podium bieden voor nieuw talent. Maar
nieuw talent is dun gezaaid; je hebt niet
André van der Veeke
snel een podium vol. Wil een literair blad
overleven dan moet er vooral gelet wor
den op de specifieke positie van het tijd
schrift.
In ons geval was dat aanvankelijk een
zeer wankele. We hadden immers niet
de steun van een uitgever. Struktuur
was geboden. Wij dachten met het
uitbrengen van thema-nummers een
gooi in de richting van overleven te
doen. Gevestigde auteurs zijn bij een
dergelijke werkwijze eerder bereid mee
te doen ("als het ergens over gaat").
Themanummers zijn bovendien
gezichtsbepalers van een tijdschrift. De
redaktie kan ergens mee voor de dag
komen, terwijl de lezer de kans wordt
geboden zich in een onderwerp te ver
diepen.
In dit verband was voor ons belangrijk,
om niet de fout te maken gevestigde
tijdschriften met meer geld en kader te
willen overtroeven op gebieden waar zij
logischerwijs het sterkst zijn. Een voor
beeld: Ballustrada gaf Een Zuidelijke
Kamer uit. Deze bundel handelde over
Vlaamse literatuur. De redaktie van
Balustrada wist een twintigtal zuidelijke,
bekende en minder bekende auteurs in
een bundel te drijven.
Een jaar later komt Maatstaf met een
dubbelnummer over Belgische literatuur
uit: dikker, fraaier en met meer bekende
schrijvers. Achteraf concludeer je dan als
redactie dat je beter voor een ander the
ma had kunnen kiezen.
Samengevat: het werkgebied van Ballu
strada bestrijkt vooral de witte plekken
van de Literaire Landkaart. Het thema
Literatuur en Anarchisme is er een voor
beeld van. Twintig jaar geleden was zo'n
onderwerp misschien interessant
genoeg voor landelijke literaire tijdschrif
ten. Gezien het feit dat de aandacht
voor maatschappelijke bewegingen zich
nu in de periferie van de belangstelling
bevindt, werd het typisch een item voor
ons blad.
Andere voorbeelden van zulke uitgaven
zijn: De Nieuwe Jeugdliteratuur, Science
fiction, Altijd Oorlog, Visuele Poëzie.
Een voorwoord in dit samenwerkings-
nummer met het Zeeuws Tijdschrift
moet een feestelijk tintje hebben. Bal
lustrada is immers bezig aan de tiende
jaargang. Wij vieren dit feit met ver
schillende bijzondere uitgaven. Daar
over elders meer.
Op deze plaats willen we alleen iets
zeggen over de inhoud van dit num
mer.
We vinden het op de eerste plaats bij
zonder om twee van oorsprong
Zeeuwse dichteressen voor te stellen:
Yvonne Né en Emma Crebolder. Beide
brengen vernieuwende poëzie, zij het
met totaal verschillende uitgangspun
ten.
Ook zijn er twee gedichten van debu
tant Cees Maas en een fraaie dichter
lijke typering van Gerard Reve van de
hand van Jaap Reiding.
Verder in dit 'eilandnummer' een arti
kel van Lou Vleugelhof over Elburg en
verhalen van Jan Kuipers en Josefien
Munck.
De laatste debuteert in Ballustrada.
Mail art bijdragen zijn er van Ko de
Jonge, Jan Verschoore en Johan Ever-
aers.
Onze nieuwe rubriek heet De Gesel
en de Veer. Wij nodigen literatuurver-
slaafden uit om een brief te schrijven
aan levende of desnoods gestorven
auteurs. Wouter Noordewier opent de
reeks met een brief aan J. Hamelink.
Tot slot dit:we hopen dat onze abon
nees voor ons ook een feestelijke ver
rassing in petto hebben. Bijvoorbeeld
door voor nieuwe abonnees te zorgen
of wellicht door het bestaande abon
nement niet op te zeggen.
Redactie
2 Ballustrada