Het kan ook zijn dat vader Flaubert nog eerder voor mij aanwees. Wat vader in Flaubert vooral bewonderde, geloof ik, was dat die soms na een dag van intense arbeid, en grote hoofdpijn, want pijn was onvermijdelijk bij echte grote schrijvers, besloot om een blad zijde die hij allang geschreven had toch maar weer weg te gooien. Het genie gooit, wanneer het zo moet zijn, een bladzij ook weer weg. En de boeken van Flaubertnee, niet Madame Bovary, die dame dat was een romantisch poppetje, aanstellerig, leeghoofdig, hysterisch eigenlijk, en ontevreden met haar lot, dat toch een héél goed lot was, huisvrouw van een huisarts, meer zat er voor haar niet in, nee, het beste boek van Flaubert, al hadden de meesten dat niet door, was De leerschool der liefde. De hoofdfiguur was hartstochtelijk verliefd, omdat hij Fransman was, op een getrouwde vrouw. Die vrouw was ook verliefd op hem, maar omdat zij deugdzaam was schoot alles toch niet op. De hartstocht kreeg geen echte kans. Tot ze eindelijk 'ja' zei, dat hij haar hebben kon. Maar dat was jaren later en toen hij haar opnieuw bekeek, vond hij haar te oud en hoefde hij niet meer. Hij had ineens begrepen, dat fel verlangen eigenlijk onzin was. Dat ging vanzelf voorbij als je maar wachtte en dan was je weer vrij. Dit was het echte leven. De wereld van het woord. Achter de rug van Fenix En moeder? Ik heb daar nooit bij stilgestaan, maar moeder had geen functie bij het huisaltaar. Zij zorgde voor het eten en als ze in de keuken was hoorde je haar zingen. Maar in de kamer zong ze niet. Het werd trouwens een moeilijke tijd. Buiten was oorlog. Meestal merkte je daar heel weinig van, soms veel. Het was meer verwarring dan een goed verhaal. Wat dom geren met veel geknal, en vloeken op z'n Duits. Nü staat die oorlog als Tweede Wereldoorlog in alle boekenkasten, maar toen was hij nog buiten, gewoon bij ons op straat. Geen woord, maar werkelijkheid, en daarom vaag. Toch deed hij in zijn vaagheid soms eindeloze pijn. Ik begon toen school te gaan en uit mijn klas verdwenen kinderen. Eerst Ursula, toen Renée. Toen David. De ene dag waren ze er nog, en de volgende dag niet meer. In de verhalen van vader verscheen nu ook meer oorlog. Soms is dat nog verwarrend,dan zie ik de slag om Stalingrad en de terugtocht over de Berezina in hetzelfde plaatje, rijden er in de kleurige maar gehavende rijen van Franse huzaren ook grijze tanks van Duitsland 23

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 1997 | | pagina 23