Afstandelijke passie
Zeeland geëlimineerd
Hoe minder de lezer uit de poëzie te weten komt over de plotseling
opvlammende passie die het korte leven van Bellamy zal blijven
doorlichten, des te sterker lijkt de behoefte om te wroeten in de
histoire intime van de dichter. We hebben kennelijk de neiging
om het bloedeloze en te algemene beeld van hun liefde wat kleur te
geven. Het is de vraag overigens of de poëzie op zich veel verhelderd
wordt, als alle biografische gegevens uitvoerig beschreven worden,
terwijl de dichter zichzelf en zijn geliefde zo veel mogelijk verborgen
houdt achter de conventies van mode en tijd.
Hij geeft zijn Fransje een naam die hij aan de pastorale literatuur van
de zeventiende en achttiende eeuw ontleent en die al in de Griekse
mythologie voorkomt. Het is de conventionele en enigszins precieus
klinkende naam Fillis, die de minnaar liever is dan de reële naam
Francina. Hij zal de dichter Bellamy in elk geval literair overtuigen
der in de oren hebben geklonken.
Vanaf dat hij zijn Fillis bezingt, noemt hij zijn dichten 'Geest- en
Zielsvermaak'. Hij moet dichten 'ik zing omdat ik zingen moet.
In zijn 'drift tot zingen' vindt hij 'troost en zoet geluk' als zijn geest
zich te fel door zorg voelt besprongen; als hij 'afgemat in stille sombre
luim peinst van den avond tot den morgen', en als hij 'in eenzaamheid
worstelt om uit zijn neerslachtige buien weer op te komen.
Zijn passie voor Francina is groot, hevig en levensecht, al hebben
de wezens die er door beheerst worden, in de poëzie geen gezicht.
De afstand tussen de emoties van de dichter en de geliefde die
in het spel is, is zo groot dat er een merkwaardige spanning ont
staat bij de lezer, die enerzijds de echtheid van de passie ondergaat,
maar anderzijds de vervreemding voelt ten aanzien van de figuren
die deze passie belichamen. Zij lijken bijna lichaamloos. Daardoor
wordt het accent op de passie zo onevenwichtig groot ten koste
van de geliefden dat ze de huidige lezer bijna ongeloofwaardig voor
komen.
De dichter die aan zijn tweede bundel, de Vaderlandsche Gezangen,
even triomfantelijk als de klank van deze patriottische gedichten
de naam Zelandus zal meegeven, heeft in zijn debuut ieder spoor
30