geen rol meer. Hij stamelt ritomando lieve Fillis. De uitroeptekens
zijn tekens van sprakeloosheid. Fillis is enkel de belichaming van
zijn driftige verrukking. Vrij en zonder gehinderd te worden door
gevoelens van zonde en schuld belijdt hij het genieten van de
liefde, waarbij subject en object samensmelten en de individualiteit
verdrinkt in het oceanisch gevoel van eenheid.
En toch, de scheiding van subject en object was nog te kort geleden
door Descartes volvoerd dat zijn rationalistische invloed al uitge
werkt zou zijn. Het gedicht van Bellamy blijft ondanks het driftige
verlangen naar eenheid een rationeel gebeuren. De dichter verliest
zich niet echt in de onverstaanbare klanken van de extase. Integen
deel, het verstand heeft alles duidelijk onder controle. Het cogito
van het rationalisme eist zijn rechten op. Het gedicht volgt zelfs de
gang van een redenering met een dwingende conclusie. Als lippen
elkaar ontmoeten, is dat verrukkelijk. Maar als harten elkaar konden
ontmoeten, zou dat zo verrukkelijk zijn, dat we stierven van verruk
king.
Dus toch aandacht voor iets meer dan het lichaam van de geliefde.
Het hart is de metafoor van de diepste allesovertreffende liefde. Deze
liefde stijgt uit boven lichamelijkheid, voerend tot de ultieme ver
rukking die tegelijk de dood zou betekenen. Liefde is dodelijk, liefde
is niet van deze wereld; kortom het romantisch levensgevoel waarin
liefde grenst aan de dood, wordt aan het einde van het vers aange
raakt. Voorlopig nog als mogelijkheid, maar weldra over het einde
van de eeuw en het vers heen in haar volle negentiende-eeuwse
realiteit. Al beginnen gevoel en verbeelding haar verloren rechten te
hernemen op de hegemonie van de de ratio, al laat Jacobus Bellamy
zijn gevoelens de vrije loop, vooralsnog volgen zij het spoor van de
redelijkheid. Francina sterft niet aan liefdesverdriet, zij moet zich
binden aan de kandidaat die haar familie voor haar bestemd heeft.
Jacobus is een nieuw geluk te beurt gevallen: hij heeft een studie
beurs gekregen voor de universiteit van Utrecht. Hij zal dominee
gaan worden, de voor de hand liggende studie voor een jonge intel
lectueel met literaire aspiraties. Nicolaas Beets, Lambert ten Kate,
P.A. de Genestet, Frangois Haverschmidt en anderen zullen hem
weldra volgen. Francina is vervluchtigd tot een onbereikbare Fillis,
Jacobus tracht zich te troosten met studie en toekomstplannen die
niet ver zullen reiken. Zijn jonge leven is door de dood getekend.
De verrukking van de hartsversmelting is een mogelijkheid gebleven,
de definitieve scheiding van de twee heeft de dood als realiteit waar-
35