schijnlijk dichterbij gebracht. En zo is de mogelijkheid van de dood toch een vervroegde realiteit geworden. Dat geluk een naïeve idylle is wordt door het leven zelf gelogenstraft. Dat zal het antwoord zijn van de romantische dichters die door het werk en het korte leven van Jacobus Bellamy worden aangekondigd. Aantekeningen j. Aleida Nijland, Leven en Werken van jacobus Bellamy, Leiden 1917 (2 din.) is nog steeds het belangrijkste standaardwerk over Jacobus Bellamy. Veel gedichten, brieven en prozafragmenten zijn er naar de orde van ontstaan in afgedrukt. Van de bio- en bibliografische gegevens aldaar heb ik dankbaar gebruik gemaakt. De schrijfster onthoudt zich van een oordeel over het dichterschap van Bellamy en van de cultuurhistorische, politieke en maatschappelijke achtergrond van Bellamy's schrijverschap. Desondanks is de dissertatie van Aleida Nijland een on uitputtelijke bron van kennis voor wie zich verdiepen wil in mens en leven in het laatste kwart van de achttiende eeuw. Jacobus Bellamy, Gezangen mijner jeugd, Zutphen, Thieme en Cie, werd naar de eerste druk van 1782 uitgegeven met inleiding en aantekeningen door dr. P.J. Buijnsters. In deze uitgave in Het Klassiek Letterkundig Pantheon is het debuut van Bellamy nog steeds verkrijgbaar. De beknopte inleiding van dr. Buijnsters geeft een uitstekende toegang tot de persoon en het werk van Bellamy. Ook van deze uitgave heb ik bij mijn artikel gebruik gemaakt. 36

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 1997 | | pagina 36