Uit het treinraam het hoofd
A. Rouke
1847. Een trein met daarin de natuurkundige Doppler
davert een constante geluidsbron tegemoet
de trompetspeler langs de rails blaast een F
Dopplers hoofd uit het raam hoort ja, nee, ja een Fis.
Zielsblij! Hij heeft de naam al klaar maar
mag hij zijn oren geloven? We kennen het antwoord.
Er zijn immers geen woorden voor onbestaande zaken.
Doppler-effect. Ziel. Fis. Dat verzin je niet.
Echt geen woorden die nergens op slaan? Soms toch.
Tragische uitzonderingen die vanzelf verdwijnen.
Grondig. Want opgeslagen in een woordenboek
maakten ze als ongerealiseerde mogelijkheden
ons waarschijnlijk krankzinnig nieuwsgierig.
We zouden op zoek gaan, gretig, rennend
en - met flinke snelheid benaderd zou iets
opgetild uit de bromtoon van het ongeziene
zich over de gehoorgrens van de werkelijkheid
kunnen zingen. Zoals tussen trompet en trein
het Doppler-effect. Het is jammer
dat we deze woorden niet kennen.
39