hij zich mateloos. In evers was hij niet geïnteresseerd zolang het nog levende wezens waren en vogels had hij tot nu toe niet gezien. Afgezien van die kaketoe. Hij doelde op de hoofdrolspeler van de serie. We hadden hem zien staan bij een glanzend zwart hek in z'n roze kostuum. Een wat dikkige man. In z'n linkerhand een boeket bloemen en met de rechterhand opende hij het hek. Dat hek piepte bij die handeling en het deed me denken aan het piaulement, het piepen, van de twee grote roofvogels die we die morgen hadden zien schroeven. We waren er niet in geslaagd ze te determineren. Haviksarend of arendbuizerd? We kwamen er niet uit en stelden ons tevreden met het feit dat we genoten hadden van een paartje roof vogels van een voor ons bijzondere soort. Van onder z'n grote zonnehoed keek de man in de verte naar iets onbestendigs. Juist op dat moment waren wij nietsvermoedend begonnen met onze ana chronistische actie. Van een afstandje hadden we daarna samen met de kok nog een tijdje toegekeken hoe de scène steeds opnieuw moest worden overgedaan. Take treize? Ik weet niet meer hoe vaak. Te vaak in de ogen van de kok, die het allemaal nogal lachwekkend vond. "Quelle heure est-il?" "Midi", antwoordde ik en besefte dat we meer dan vier uur hadden rondgestruind. 8

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 1997 | | pagina 8