hoor. Een tijdje geleden zijn ze ook eens zes weken weggeweest en
toen hebben ze de weg ook teruggevonden. Het is enkel vervelend
dat de school nu zijn beklag heeft gedaan. Het hoofd had me ook
even kunnen bellen natuurlijk."
"Dat heeft hij gedaan mevrouw. Volgens onze informatie een keer
of tien."
"Oh. Ja, onze telefoon was stuk. We hebben wel een GSM maar die
neemt mijn man altijd mee als hij hout gaat hakken. En het hoofd
weet ons 06-nummer niet natuurlijk. Vandaar. Maar ik weet wel
iets. Ik zal de familie De Reus eens bellen. Die woont midden in het
bos. Misschien dat de kinderen daar beland zijn. Het is ongeveer
een mijl of zeven hier vandaan, dus dat valt wel mee. Ik bel u daar
nog wel over terug."
"Fijn! Dan reken ik daar op. Dank u voor de informatie. Dag me
vrouw Duimpje."
"Graag gedaan hoor. Dag meneer!"
Job sloeg de bijbel dicht en beklom de vuilnishoop.
"Ik blijf hier zitten tot ze die troep zijn komen halen!" riep hij ge
tergd.
"Wie is die vent?" vroeg het hoofd gemeentewerken. "Is dat dezelfde
die af en toe over het water loopt?"
"Nee, da's weer een ander. Deze verdomt het om z'n koffieprut in
de bio-bak te gooien. Hij smijt alles op een hoop. Aardappelschillen
bovenop ouwe wc-potten. Het is een zooitje. Hij ruimt het zelf
maar op."
Drie maanden zat Job op de afvalberg. Zijn vrouw was allang met
de kinderen vertrokken, zijn vee werd afgemaakt vanwege de pest
en zijn bedrijf ging failliet. Desondanks gaf hij geen milimeter toe.
Uiteindelijk won hij het van gemeentewerken. Ze konden hem niet
aanschrijven omdat hij geen achternaam had. Met een royale
schadevergoeding en met wat hij verder samen met zijn neef Kaïn
in de drugshandel verdiende bouwde Job zich weer een riant be
staan op. Hij kocht de villa van P. op de berg Calvarie en belazerde
vervolgens P. door te weinig geld over te maken.
Drie weken later werd Job vermoord door Ezau, een bekend crimi
neel. P. waste vanaf dat moment zijn handen in Onschuld, een
produkt uit zijn eigen fabriek. Vervolgens werd de zaak geseponeerd
wegens gebrek aan belangstelling.
20