Veel is het niet bijna tegelijk begint alles opnieuw. De woorden gaan rakelings langs hun betekenissen en laten die voor wat ze zijn: opkomende en verdwijnende fenomenen in de grote stroom die uiteindelijk zal uitmonden in de zee. Maar in de stroom zijn ze meer belofte dan vervulling, meer aarzeling dan zekerheid, meer onaf dan voltooid. Tijger en lam behoeden hun droom. Welke droom? Een droom van vrede en harmonie? Alles is in beweging: het woud, de dag, de tijd. Alleen het huis staat daar, langs de stroom, als een vast punt in een droom van rust en harmonie. Alleen de mens, de visser, werkt de hele dag en koelt zijn handen in de stroom. Is die visser ook de dichter die zijn handen koelt in de stroom van de woorden die langs hem gaat? Staat het huis van zijn verbeelding zich te koeste ren in de dromen van de beelden die hij oproept? Hoe mooi zou het zijn als er stond wat ik er in lees! Ook de lezer mag hopen op zijn gedicht. Soms lijken de gedichten zich op te lossen in raadselachtige oos terse namen. Door woordklank, ritme en herhaling nemen ze het karakter aan van een mantra waarop monniken mediteren. Soms van een raadselachtige koan waaruit plotseling de verlichting kan ontspringen voor de geduldige lezer. Of het de Verlichting is waarvan de Zenboeddhist spreekt, het kan zijn. Ik ben al blij als ik enig verdiept inzicht krijg in deze ge dichten die in hun simpelheid toch iets weghebben van raadselige toverspreuken. Soms is het enkel een naam die aanleiding is tot een gedicht. Zoals in het gedicht dat heet 'De Naam Yuranan'. Wie of wat Yuranan is, is volkomen onbekend. Veel is het niet, enkel een naam. Mij lijkt die 'anonimiteit' juist de essentie van het gedicht. De Naam Yuranan Weinig is geschreven over de naam Yuranan, zeven tekens boven de stilte, woorden zijn er niet. 32

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 1997 | | pagina 32