Uiteindelijk
Kees Klok
Een raam, glanzende
klinkers; je wenst de dag
een gouden ochtend toe.
Je schrijft op het glas
je naam in buitentijdse krullen:
Ja, wel geen oorlogskind,
maar heel wat karigheid
en afgedankte spullen.
Later trap je
lijdzaam naar het veer.
Ineengedoken.
Bijna droomde je op het dek
van meisjesstemmen uit de dagen
dat mist je nog ontroeren kon.