sen fel gekleurde bloemen, tulpen natuurlijk. "Johan waarom maak je er nu weer zo'n rommel van? En wat sta je daar nu? Er is geen voetbal op TV. O gadver, moet je nu kijken, er zitten spatten wijn op mijn blouse... Johan! Pak in hemelsnaam een vaatdoek en help me de rommel op te ruimen... Ik moet hier ook altijd alles zelf doen." Plotseling glimlachte Johan. Hij draaide zich om en liep vastbe raden terug naar de eettafel. Hij pakte het vleesmes en sneed met één snelle beweging de hals van zijn vrouw open. Althans, dat was de bedoeling. Zijn daad bleek in de praktijk echter niet zo effectief als die in gedachte was geweest en terwijl het bloed over zijn han den stroomde, spartelde en gilde zijn vrouw als een mager speen varken. Maar dat stoorde Johan niet en hij bleef glimlachen. Ónder de omstandigheden was haar gekakel immers eindelijk op zijn plaats. De kinderen dachten daar anders over. Het meisje zette het op een krijsen dat dat van haar moeder nog overstemde, en de jon gen verhief voor het eerst zijn hand tegen zijn vader. Terwijl Johan de ongecoördineerde aanval pareerde, ontdekte hij in de schimmen van zijn kinderen meer details. Blijkbaar had zijn bemoeienis met de opvoeding een vormend aspect. Het is verdomd waar, dacht hij, het hoofd van de jongen tegen de rand van de tafel beukend, crisis sen vormen inderdaad de persoonlijkheid. Veel tijd voor bespiege lingen had hij echter niet. De jongen bleef zodanig tegenspartelen, dat hij zijn handen meer dan vol had. Het voorbeeld dat zijn ouders stelden, was nog altijd niet voldoende en dus moest Johan, hoezeer hem dat ook tegenstond, hardhandiger te werk gaan. Het laatste restje goedmoedigheid, dat weke deel van zijn persoonlijk heid dat hem altijd had doen terugdeinzen voor conflicten, smolt weg en met een brede armzwaai maaide hij de jongen tegen de grond. Meteen trok hij hem aan zijn haren weer overeind, tegelij kertijd het vleesmes dat hij had laten vallen van de grond rapend, en hakte er in blinde drift op los. Geen makkelijk werk want het scherpe staal ontmoette meer bot dan vlees, maar hij zette door en uiteindelijk staakte de jongen zijn verzet. Met een strak gezicht draaide Johan zich naar zijn vrouw, die langzaam over het laminaat naar de kamerdeur kroop, als een bizarre naaktslak een rood spoor achterlatend. Ze werd daarbij geholpen door zijn dochter, maar die vluchtte de gang in zodra Johan een stap in hun richting deed. "Hier blijven!" Het waren zijn eerste woorden sinds Johans thuiskomst, zo'n tien 12

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 1997 | | pagina 12