minuten geleden, maar al compenseerde het volume waarmee hij
ze brulde zijn voorgaande zwijgen ruimschoots, het meisje gehoor
zaamde niet. Goed, dacht Johan terwijl hij de achtervolging inzette,
ik moet me nu eenmaal meer met de opvoeding bemoeien. Hij be
reikte de gang toen het meisje de voordeur open zwaaide en naar
buiten rende. In haar paniek struikelde ze echter en daardoor kon
Johan haar, terwijl ze hysterisch over het trottoir voortkrabbelde,
toch nog te pakken krijgen.
"En nu blijf je stil staan!" schreeuwde Johan. "En dan doe je precies
wat ik je vertel. Het wordt tijd dat je leert gehoorzamen."
Maar nog steeds gehoorzaamde het meisje niet. In plaats daarvan
probeerde ze op te staan, haar grote ogen vol haat en angst op
Johan gericht. Maar ze kon de klap niet ontwijken en tuimelde met
een doffe bons tegen de auto van Johan. Die keek nog een ogenblik
naar de huizen om hem heen, waar de buren voor de ramen waren
samengestroomd, en begon toen met het vleesmes op het meisje
in te hakken. Ik zal ze wel eens laten zien wie hier de baas
is. En op het ritme van die zin, die als een hypnotiserende cirkel
door zijn hoofd draaide, alle andere gedachten wegdrukkend, hakte
hij op het meisje in. Vaag hoorde hij hoe deuren werden open
gesmeten en er van alle kanten werd geschreeuwd. Maar dat alles
werd overstemd door het bonzen van zijn hart, dat als een lang
zaam opkomende storm in kracht toenam, zijn bloed steeds luid
ruchtiger door zijn aderen pompte, alles wegduwde achter een rode
waas. De gestalten in zijn ooghoeken bleven ijle schimmen, die
hem op geen enkele wijze stoorden in zijn opvoedende arbeid. Zijn
hart bloedde tot zijn handen er rood van zagen, maar ongehinderd
hakte hij verder tot zijn dochter eindelijk gehoorzaamde en dood
stil bleef liggen. Toen strekte hij zich en keek om zich heen.
De buurman stormde met een honkbalknuppel in de hand zijn
voordeur uit en stortte zich op zijn echtgenote, die druk bezig was
zijn lievelingetje tegen de gevel van het huis te slaan. Het pekinees-
je vocht keffend en jankend voor zijn leven, maar vlak voor zijn
baasje hem kon redden, verslapte het beestje. Met overslaande stem
slaakte de buurvrouw een overwinningskreet, toen kraakte de honk
balknuppel haar schedel en viel ze tegen de grond, het pekineesje
bedekkend.
De buren waren niet de enigen die Johans voorbeeld volgden. Zijn
uitbarsting was een steen geweest in de stille vijver van de ogen
schijnlijk zo bezadigde buurt en het leek of iedereen nu bezig was
13