zijn opgekropte frustraties van zich af te slaan. Overal waren bewo
ners naar buiten gerend en leefden zich volop uit op familieleden
of irritante buren. Een belastingambtenaar van enkele huizen ver
der, een lange schrale man die het toch al niet makkelijk had, had
inmiddels helemaal geen leven meer. Zijn buren gooiden net zijn
losgerukte lichaamsdelen tegen de grond en wierpen zich op de
zilverkleurige Mercedes van de man. Een bejaarde man reed in
zijn Volvo luid toeterend achter enkele schooljongens aan. Geluk
kig was zijn snelheid vrij laag, zodat die strijd nog enige spanning
bood. Vanaf het eind van de straat klonken de eerste schoten, als
een eresaluut voor Johans doortastende optreden. De uitgelaten
heid waarmee men te keer ging, had iets feestelijks, zeker toen ook
andere gevoelens de ruimte kregen en tussen de gevechten door de
eerste verkrachtingen plaatsvonden.
Johan keek het tevreden aan. Zijn emotionele weersgesteldheid ver
anderde en in plaats van donkere wolken in een versteende lucht
gierde er nu een strakke wind. Een wind vol energie en verfrissing,
die de somberheid wegvaagde en een kristalhelder licht toeliet. In
het licht van die gemoedsgesteldheid toonde de wereld zich plotse
ling als een schilderij van Magritte, een mysterieuze wereld waarin
hij toeschouwer was en tevens degene die alles in beweging bracht.
Nog even stond hij onbeweeglijk op zijn plaats, kijkend naar een
paar kleuters die het ontzielde lichaam van een baby als voetbal
gebruikten, toen stortte hij zich in de feestvreugde.
De overbuurvrouw, een wat ordinaire blondine die altijd met veel
te korte rokjes rondstapte, was in gevecht met haar twee zoontjes,
een tweeling van acht. Haar lange benen zaten al danig onder het
bloed en het leek een kwestie van seconden voor ze definitief het
onderspit zou delven. Hetgeen Johan zonde vond. Dus rende hij de
straat over, ontweek de hakmessen waarmee de tweeling om zich
heen zwaaide en greep ze van achter in hun kraag. Hij ramde ze
een paar keer met de koppen tegen elkaar en daar werden ze een
stuk rustiger van. En het mooiste was dat de oeroude mechanismen
nog volop in werking waren, want de vrouw viel hem hysterisch
snikkend om de hals. Haar bloed gutste vanuit enkele diepe won
den in haar gezicht en borst. Met zijn hand al om het elastiek van
haar slipje, wilde Johan haar op de grond gooien, maar plotseling
drong het geluid van sirenes tot hem door. Blijkbaar was de politie
in aantocht. Hij voerde de willoze vrouw haar huis in, langs het
toegetakelde lichaam van haar echtgenoot dat in de gang lag, en
14