droog is, moet hij alweer over een volgend stuk gaan piekeren. Dat is beslist geen leven in zaligheid! Maar terug naar de eerste vraag: waarom er geen Zeeuwse column van betekenis is, zo een die we naar kennissen in Holland kunnen sturen met de opmerking: hier is dan weer op jullie herhaald verzoek een column van onze streekgenoot Pieter S. Nee, zo is het niet. Het euvel is, dat geen column kan bestaan zonder lezers. Elke schrijver heeft een kring van bewonderaars en een kleine groep haters en tegenstanders om zich heen. Maar helemaal geen voor- en tegenstanders: nee, dat bestaat niet. Je schrijft niet voor de kat- tebak. Eerlijk gezegd zie ik dat in het Zeeuwse geval een beetje ge beuren. Geen lezers die zich als uitgesproken juichers of anderzijds bespuwers laten zien. Net zoals er geen schrijvers zijn die zich als columnist profileren, is hier in de buurt waarschijnlijk ook geen publiek voor hen. Heel in het algemeen gesteld: zoals het is gegaan met pretparken, wasserettes en kunstijsbanen: Zeeland is te dun bevolkt voor een kloeke column. Echt, ik kan me geen inwoner van Kattendijke of Nummer Een of zelfs Bruinisse of Vlissingen voorstellen die zo'n stukje zit te lezen met de krant uitgespreid op het tafelzeiltje. Het is te zot om te zeggen, maar ook de vermakelijkheid van een column valt vaak niet goed in Zeeland. Wie hier in de streek iets op humoristische wijze te berde brengt, vindt zeker wel gehoor, maar wat op een lollige manier gezegd wordt, kan nooit waar zijn. Voor de ultieme waarheid hebben wij in Zeeland de Tale Kanaans be schikbaar en daarmee uit. Ook het ruzietoontje of de polemische stellingname, ja zelfs de grote bek, waar de column zo sterk in is, wordt bepaald niet gewaardeerd. Wie zich van zulke middelen bedient, plaatst zich buiten de groep. Je krijgt dan de kwalificatie 'druk en vreemd'. En dan nog het beschadigen van hen die boven ons gesteld zijn! Stel dat ik hier zou zeggen dat onze commissaris een vrolijke speelmakker is in handen van GS, een onbezorgde knollebol, die zich vooral sterk maakt voor de Zeeuwse dialecten, maar die in z'n eigen provinciehuis nauwelijks nog een besluit kan nemen, dan zou het met mijn loopbaan als stukjesschrijver wel eens gedaan kunnen zijn. Achter iemands woorden zit alleen de waarheid, of het is een grap. Maar het laatste moet wel van te voren zijn aangekondigd, als vrolijke avond of zo. Dat je voorliefde kunt hebben voor je omgeving en toch kritiek levert, de spot drijft met mensen op een voetstuk, maar toch met ze wil leven, dat komt 19

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 1997 | | pagina 19