De tors
Jan J.B. Kuipers
Ontheven van slagvaardigheid
en van het hoofdvermogen
staat hij er op niets te bogen
dan op aanwezigheid.
Maar niet organisch want
hijzelf is nooit geweest
dan zere schijn, geslachte steen,
impressie tot de leest.
In deze tuin zie ik hem staan,
door mossen aangevreten;
zijn onderhelft in 't gras ontgaan,
een hel van groen vergeten.