en de zee geeft helemaal niets om je de zee geeft helemaal nergens om het houtje droomt nu maar van een strand nee - niet van vroeger toen ze boom was dat is verloren een strand is er niet. Waarom is dit stukje drijfhout als metafoor van menselijke ver lorenheid indrukwekkender dan de regel van Marsman: "ik ben beroofd en leeg, mijn schepen zijn verbrand" uit Tempel en Kruis. Beweren dat eenvoud het kenmerk van het ware is, zou een dood doener zijn. Eenvoud maakt nog geen poëzie. Toch zijn het de houtjes, de sprietjes, de veertjes, de gootjes, weitjes en kalfjes, al die kleine dingetjes waar hij het wonderlijke en grootse van ontdekt. Zijn werk staat vol verkleinwoordjes en toch maakt het nergens de indruk van lief en kneuterig. Integendeel, de intieme aandacht voor het detail, voor het minuscule en nederige, het steeds herhaald licht aanraken van lichte dingen waar iedereen aan voorbijgaat, geeft zijn poëzie de melancholische glans van het vergankelijke en vluchtige van het leven zelf. Van Schagen heeft een heerlijk besef van dichterlijke eigenwaarde. Zijn werk is niet meer dan een raak- lijntje. raaklijntjes eigenlijk heeft hij heel zijn leven niets gedaan dan maar wat zweven op een vlotje in het wijde van een wonderlijk ter zijde slot of zin? tot dusver uitgebleven - Of het begin van het gedicht provinciaal nee dank U, neen, ik ben geen dichter die zijn veel zwaarder, ik ben lichter ook ben ik niet altijd welluidend en bovendien ben ik zeer onbeduidend 36

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 1997 | | pagina 36