types die zijdelings met kunst te maken hebben, meestal alleen om er hun poen mee te verdienen, die hebben in wezen maling aan de poëzie. Maar die zijn dan ook voor straf voor altijd verstoken van de kicks van de kunst, en hoe groot de invloed ervan op hun leven is zullen ze ook wel nooit merken. O ja, ik had het over een ken tering. Ik bedoel niet dat die mensen die me recentelijk negatief besproken hebben ooit nog op hun schreden terugkeren, een gene ratie die ik nooit heb zien komen, nooit heb zien zitten maar wel zal zien gaan. Nu zijn jullie hier, en ik vraag me af: hoe komen jullie erbij om een special aan mij te wijden. Het feit dat ik Zeeuw ben? B.: Misschien hebben we je met meer aandacht gevolgd om die reden. Natuurlijk hebben we die kritieken gelezen, maar we waren meer onder de indruk van jouw werk en, hoewel Duizenden Zons ondergangen een favoriet blijft, voornamelijk om het werk dat daarna is verschenen. We vinden het steeds vooruitgaan, omdat het steeds verdergaat in die zin dat het inderdaad het totale leven bestrijkt. Jij bent ook niet bang voor de kosmische implicaties die zo'n attitude als vanzelf met zich meebrengt, en dat hoeft ook niet, want zelfs in je treurigste werk staan dingen die bij ons een bevrijdende lach veroorzaken. V.: Ja, uit die besprekingen kan ik niet anders dan de conclusie trekken dat ze die hele humor niet eens gewaarworden, net zomin als allerlei andere toespelingen en lagen die er in dat werk zitten. Ze gaan dan serieus in op dingen waar ik in mijn hoedanigheid van muzikale clown allang mee heb afgerekend. Of ze verwijten mij wat ik juist met opzet zo doe. Het begint er verdacht veel op te lijken, dat ik eigenlijk niets meer te maken heb met die wereld van 'letter kundigen' - die literatuur-neuroten, voor wie lezen belangrijker is dan leven. Dat was immers één van de stellingen van De Nieuwe Stijl: poëzie komt voort uit het anti-poëtische, niet uit het poëtische - of mijn persoonlijke variant daarop: poëzie ontstaat uit het buiten- poëtische, niet uit de poëzie van anderen. Adriaan Morriën, nu 85, die één van de zeldzame echt goeie beschouwingen over mijn werk heeft geschreven, zei onlangs: "Ik ben na al die jaren poëzie lezen steeds minder geïnteresseerd of iets 'mooi' is, of 'meeslepend'. De betekenis van die woorden kan in een mensenleven wel vier maal totaal veranderen. Ik ben steeds meer gaan geloven in iets dat blijft: authenticiteit. En Hans Verhagen is misschien wel de authentiekste dichter uit ons taalgebied." 18

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 1998 | | pagina 20