regel ook zien als symbolisch voor de poëzie die ik voorsta: ik vind mijn materiaal voor gedichten niet bij de verhevenheden, het bij voorbaat bijzondere, het exclusieve, maar juist uit wat dan het niet- verheven, 'gewone' bestaan wordt genoemd. Wat is er sowieso zo 'gewoon' aan het bestaan. Je bent misschien wel niet voldoende toegerust om ermee om te gaan, maar dat is jouw probleem, het bestaan is en blijft het bijzonderste dat je ooit zal tegenkomen. We weten niet waarvandaan of waarheen of waarom en toch zitten we hier als uiterst kleine, maar tegelijk voor onszelf zo supergrote delen van dat bestaan en hebben faciliteiten als kleuren kunnen zien. Is dat geen wonder? Maar zo is de mentaliteit niet. We noe men deze grootse, geheimzinnige gebeurtenis 'gewoon alledaags' en daaraan wijten wij dat we er niets van bakken. Daar heb je de mensch met sch, berucht om zijn ongekende pedanterie. Als jullie willen trek ik de lijn door naar de droevigstemmende houding van de tegenwoordige kritiek ten aanzien van mijn poëzie: ik krijg de schuld omdat zij het niet begrijpen Of begrijpen het is natuurlijk die neiging alles te willen begrijpen die ze de das om doet. Ze begrijpen eigenlijk niets van hoe hun eigen leven werkt, en willen vanuit die positie alles begrijpen. En dat begrijpen ge beurt niet op een ander plan, zoals bij muziek, een soort van 'ver staan', juist daarin schieten ze tekort. Want het zijn trutten en schoolmeesters en ze schijten in hun broek als ze op hun eigen in tuïtie moeten afgaan. En ze zijn er niet op gesteld als er iemand zich van hun angst niets aantrekt en doet wat je van de dichter moet verwachten. En dat is: ze in poeticis confronteren met de structuren van onder meer hun handelswijzen. Het is natuurlijk eigenlijk geen wonder dat ze niet blij zijn met die poëzie - ze wor den er zelf in geportretteerd, en dat dat geen heldhaftige portretten zijn, daar kan ik niets aan doen. B.: Waarom en wanneer ben je poëzie gaan schrijven - weet je daar nog iets van? V. (klinkt licht teleurgesteld): Beginnen jullie dan pas? Ik dacht dat een grondige aanpak toch wel vereiste dat we m'n geboorte B.: Wat moeten we dan vragen; waarom en wanneer ben je ge boren? Weet je daar nog iets van? V.: "Donkere wolken pakken zich samen" schreef mijn vader in het babyboek, kort voor mijn geboorte. Oorlogsdreiging. Hitler had 21

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 1998 | | pagina 25