Waar slaat het op? Kan me in eerste instantie niet schelen, ik geniet van het beeld. Ik raak ervan in een lichte roes. Ook weet ik plotseling weer hoeveel opwinding zijn bundel Duizenden Zonsondergangen bij mij ver oorzaakte. Sinds ik van poëzie houd, heb ik nooit meer geprobeerd om een gedicht te begrijpen." Voorwaar, een waar woord. Niet dat ik het zelf had kunnen schrij ven, want ik zou nooit de gemakzuchtige, ongeïnteresseerde lezer zo makkelijk off the hook laten als Minor doet. Deze 'welwillende' lezer is en blijft een luie boerenlul, behorende tot een ruw volkje, dat alles waardeloos vindt waar je niet meteen handje contantje wat aan over houdt, zich niet kan en wil inleven in anderen, en niets aanvoelt behalve een buil. Aardig, niet gevoelloos? Kruipt Minor hier in de huid van de gemiddelde Nederlandse kunstenaar, die meestal een zakenman manquée is, maar klappertandt van ont zag als hij een heuse bankdirecteur ontmoet? Niet alleen het litera tuuronderwijs heeft hier de kat verdiend - trouwens, ik vond de drop-outperiode in de jaren '60 een hartverwarmend teken aan de wand. "School is out." Het past natuurlijk volkomen bij de lang durige stuiptrekking van de oude wereld, een stuiptrekking die voor het gemak de 'New Order' wordt genoemd, dat onderwijs en educa tie toverwoorden in de politiek zijn geworden. Ik vind het treurig dat ik verheugd ben om een stukje als van Minor, en dat de colum nist het nodig vond om op te schrijven. Want wat hij schrijft was het minimum-vereiste wilde je bijna een halve eeuw geleden iets hebben aan het werk van Lucebert, Kouwenaar, Elburg, Rodenko etc. en nadien het werk van Armando, Vaandrager en Verhagen. Dat is V-e-r-h-a-g-e-n. En waar die poëzie over ging. Maar poëzie gaat niet over iets. Het is iets." Aldus Hans Verhagen. 26

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 1998 | | pagina 30