Hij stond letterlijk en figuurlijk op een hoger plan. Dat gevoel heb ik ook altijd gehad met Hans Verhagen. Hij is en blijft een leer meester. Maanden, jaren heb je hem niet nodig, maar dan komt er een dag dat je hem zien moét. (Lezen van zijn brieven en gedichten helpt ook.) Je wilt even opgefrist worden, weggehaald uit de 'actualiteit'. Leermeesters en voorbeelden zijn gevaarlijk, behalve deze. Verhagen rommelt namelijk ook lustig aan. Hij leidt het heerlijke leven ook, net als jij dat probeert naast je strijd tegen de dokters. Behalve in de taal en de opvattingen. Dan is er die sublieme preci sie, het bevrijdende, ik zou bijna zeggen: openbarende. Zoals gezegd, ooggetuigen hebben Hans en Wim uit het station zien komen. Een spektakel. Foulards, mutsjes, schoenen die je bij Telkamp niet kon krijgen, donkergeel gerookte brillen geloof ik ook, en bovenop dit alles gaven zij voorbij fietsende Winschoter meisjes een vrolijk woord mee. Zij gingen de Torenstraat in, en verder, door de Langestraat langs de bioscopen Dommering en Scala. Mijn wereld. Waarop de Park laan werd bereikt en ze in het zicht kwamen van vader die voor het raam op wacht stond. Het was 1 uur. "Geef die maar geen soep, Annie," zei hij tegen mijn moeder. Ik voelde me onmiddellijk aangetrokken tot Hans Verhagen en Wim van der Linden, die, als ik de foto's nu bekijk, het gezin in die dagen haarscherp voor de overlevering heeft vastgelegd. Wij, de Mulders, waren de stijve degelijkheid zelve. Zij, de stede lingen, waren vertegenwoordigers van het sierlijke, het leven buiten Winschoten. Nu kende ik sinds kort Brussel en was dus niet helemaal groen meer. Maar Hans Verhagen heeft, hoewel hij uit Zeeland komt dat dicht bij België ligt, niets met de bourgeoisie van Brussel te maken. Dit was anders, dit was Amsterdam en het stond voor onze deur. Dat mensen zo aardig konden zijn! Ik wist het niet. Dat je gewoon tegen elkaar kon zeggen: "Leuke broek heb je aan." Het was nooit in me opgekomen. Zoiets zei je niet. Wij zijn opge groeid zonder het compliment. Reeds het aanbieden van een klein geschenk was voor Winschoters een te zware handeling. Het lukte je gewoon niet, ook al wilde je nog zo graag. De gedachte eraan had je wel eens, maar daar bleef het bij. Ach nee, dacht je meteen, aanstellerij. 28

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 1998 | | pagina 32