Stuk strand Andreas Oosthoek (1962) Hans Verhagen-Stuk Strand. Ik herinner me de Vlissingse Badhuisstraat, tussen Scheldemuur en Leeuwentrap, als een straat voor zondagmiddagen. Nette boompjes staan er voor nette burger manshuizen vol weduwen, medicijnmannen en ponjaard-dragers van de Koninklijke Marine. Bijna ieder is in ruste. Bij de weduwe van de boulevardschrijver Van Linschoten wordt thee gedronken. Op schooldagen is er enige actie. Een lang lint van 'blikken' trekt over de Kommedijk, richting De Ruyterschool. Ze kleuren met de seizoenen: de zwarte winterpet krijgt na Pasen een witte hoes. Wie over een balkon beschikt, speurt naar het perfide Albion waar het slechte weer wordt gemaakt. Net buiten Vlissingen wordt de rivier een zee die lokt. Nog zoeft de wind niet in de zeilen Zaterdagmiddag. Ik val binnen in de nazit van een Gard Sivik- vergadering. Sleutelaar, Vaandrager, Gysen, Van Vrekhem. Simon Vinkenoog gaat verder met een tijdschrift Randstad. De Badhuisstraat. In café Centraal staan, volgens mijn dagnotities, twee warme billiards en een zeer schele kelner die de heren poëten ongaarne doch dringend aan hun grootaandeelhouderschap herin nert. Over René Gysen die zojuist nog met enige nadruk sprak over André Breton, de Vele Realiteiten en de slecht befaamde markies De Conny en Norman in de jaren '60 De Badhuisstraat. Hans Verhagen woont er, voorjaar 1962, met Conny Tavenier en hun zoontje Norman. Hans Warren heeft mij het adres gegeven. Hij is, ik vind dat opmer kelijk voor een dienaar van de firma Lust Gratie, zeer gesteld op de zakelijk-journalis- tieke poëzie van Ver hagen. In de Badhuis straat wordt gebroken. Er moet een nieuw stadhuis verschijnen. 39

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 1998 | | pagina 43