1984
jaren van schittering en onvermogen
William Rothuizen
"De bundel Kouwe Voeten is het verhaal van iemand die de jaren
zestig intensief heeft beleefd, van het begin tot het eind. De jaren
zeventig waren koud en bitter. Nu kom ik daar weer een beetje
bovenuit."
William Rothuizen portretteert de vriend van zijn jeugd.
Het portret van de 44-jarige dichter is niet zonder tristesse. Het
staat op het omslag van de bundel: Hans Verhagen, Kouwe Voeten.
De titel roept een gevoel van verlatenheid op, de poëzie is lyrisch
en aangrijpend. De bundel eindigt met een één-regelig gedicht:
Ik zat een vlinder achterna.
Jaren eerder: op het lyceum in Zeeland sloot ik in 1954 vriendschap
met een nieuwe medeleerling die nogal eens van school wisselde.
Hij had zeer kort geknipt haar, een bril met een dik montuur en
droeg een groen en rood geblokt jasje dat moest lijken op de jasjes
die de bandleden van Stan Kenton aanhadden. Hij was gul met
North State sigaretten en trok veel aandacht. Hij voerde acts op:
luide monologen met bijgeluiden en veel gebaren, kleine voorstel
lingen waar sommigen hard bij moesten lachen, maar waar de
meerderheid van de scholieren zuinig of in verwarring op reageer
de. Dat was Hans Verhagen, toen vijftien, twee jaar jonger dan ik.
Ik leerde hem kennen als een grillige, soms lastige, humoristische
en vooral aardige lotgenoot. Hij liep met de in 1951 door Simon
Vinkenoog samengestelde bloemlezing Atonaal op zak, citeerde
eruit en vertelde me dat hij zelf ook gedichten maakte. Hij bewon
derde de poëzie van Lucebert en Armando. We lazen De Avonden en
stelden ons via tijdschriften en moderne cahiers op de hoogte van
Cobra en van de ontwikkelingen in de moderne jazz. We luisterden
naar Charlie Parker en het leven lachte ons toe. Walcheren was
rond het einde van de oorlog een poosje weggeweest en het begon
alweer aardig op te knappen, het was helder en weids, nieuwe bo
men en struiken schoten omhoog en samen met Hans' blonde en
dromerige vriendinnetje Conny liepen we er zorgeloos overheen,
alsof het van ons was.
50