(opgestoken hoofden)
Willen deze mensen ooit de ketenen van hun kleingeestigheid
verbreken,
dan moet alles teruggedraaid en overnieuw, nu in hun aanwezigheid.
Aan woorden hebben ze geen boodschap; bij dit gezelschap
zal alleen je eigen ondergang tot de verbeelding spreken.
Onder ogen zien van afwijkend gedrag
wordt hier als afwijkend gedrag beschouwd,
zoals ook: alleen te voet gaan, navelstaren op je grote teen of
wat men nog het meeste vreest:
een vriendelijk woord voor iedereen.
Deze dorpelingen hebben namelijk hun trots,
en niet anders dan. Een loden juk
waaronder zij gebukt gaan en gebogen.
Voor verbloemde spot altijd beducht, toch
altijd bedrogen.
Op hun heldhaftig opgeheven, opgestoken hoofden
onverminderd apetrots.
Zullen deze mensen ooit de ketenen verbreken?
Loden juk bewaart hen voor gedwongen terugkeer
naar de apenrots.
72