(opgestoken hoofden) Willen deze mensen ooit de ketenen van hun kleingeestigheid verbreken, dan moet alles teruggedraaid en overnieuw, nu in hun aanwezigheid. Aan woorden hebben ze geen boodschap; bij dit gezelschap zal alleen je eigen ondergang tot de verbeelding spreken. Onder ogen zien van afwijkend gedrag wordt hier als afwijkend gedrag beschouwd, zoals ook: alleen te voet gaan, navelstaren op je grote teen of wat men nog het meeste vreest: een vriendelijk woord voor iedereen. Deze dorpelingen hebben namelijk hun trots, en niet anders dan. Een loden juk waaronder zij gebukt gaan en gebogen. Voor verbloemde spot altijd beducht, toch altijd bedrogen. Op hun heldhaftig opgeheven, opgestoken hoofden onverminderd apetrots. Zullen deze mensen ooit de ketenen verbreken? Loden juk bewaart hen voor gedwongen terugkeer naar de apenrots. 72

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 1998 | | pagina 78