Onder de Brug
Schoonheid zit alleen onder de Brug der Promiscuïteit,
en wacht op Hepatitis B.
Het sneeuwt in het Beloofde Land. Voor de eerste keer.
De witgepleisterde paleizen zijn in één nacht grijs geworden.
De kinderen in dit opwindend bisdom leren rekenen,
maar niet op wie en op wie
niet.
Nooit vind je meer een helm waarin van angst gescheten;
niet eens een ouwe krant, waarin iemand hete tranen heeft
geschreid.
Je zit met ongeschonden schoonheid te chinezen
onder de Geelzucht-Brug
en wacht en kijkt
of er een bandenspoor is dat Beloofde Land-waarts rijdt.
74