Onder de Brug Schoonheid zit alleen onder de Brug der Promiscuïteit, en wacht op Hepatitis B. Het sneeuwt in het Beloofde Land. Voor de eerste keer. De witgepleisterde paleizen zijn in één nacht grijs geworden. De kinderen in dit opwindend bisdom leren rekenen, maar niet op wie en op wie niet. Nooit vind je meer een helm waarin van angst gescheten; niet eens een ouwe krant, waarin iemand hete tranen heeft geschreid. Je zit met ongeschonden schoonheid te chinezen onder de Geelzucht-Brug en wacht en kijkt of er een bandenspoor is dat Beloofde Land-waarts rijdt. 74

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 1998 | | pagina 80