Ballustrada Optima Forma
In 1972 kocht ik Duizenden Zonsondergangen van Hans Verhagen.
Een jaar of langer nam ik bijna dagelijks een shotje van zijn poëzie.
Hij de dope-addict bij uitstek, zorgde ervoor dat ik geen dope nodig
had. Maar plotseling keek ik de bundel niet meer in. Hetzelfde
overkwam me met de muziek van Bob Dylan. Ik draaide zijn platen
grijs - bestaat die uitdrukking nog? - maar op een dag en alle da
gen erna liet ik het volledig afweten. Wanneer precies de omslag
kwam kan ik nu niet meer zeggen. Over je eigen leven weet je bijna
net zo weinig als over dat van een ander.
Ik heb Duizenden Zonsondergangen weer opengeslagen en vervolgens
snel dichtgegooid.
Ik voelde me ongemakkelijk onder het lezen. Om het eens over
dreven te zeggen: lezen in dat boek leek een beetje op het bijwonen
van een dodenwake. De bundel zelf was het lijk niet. Nee, een
heel tijdperk lag ijselijk stil op zijn rug en wat omklemden de grijze
vingers? Juist.
Brekend Vergezicht heet zijn nieuwe bundel. Hij zal toch niet be
doelen dat dit zijn laatste is?
Van de Bezige Bij kreeg ik de vijfde druk van Duizenden Zonsonder
gangen toegestuurd. Het kruis van Caspar David Friedrich op de om
slag is verdwenen en ook het gouden hoofd van de jongeling op de
achterflap. De nieuwe kaft is rood met een paar blauwe en groene,
vegetarische zonnen. Op de achterflap het geactualiseerde, doorleef
de hoofd van de dichter. En hé, toch het kruis van Caspar in een
rode zon geschilderd. Het bericht van de uitgever erboven luidt
Doet niet voor Lucebert onder (J. Bemlef).
Verdomd, het is net of ik die nieuwe uitgave gemakkelijker lees dan
de oude. Verhagen waakt over ons, in ieder geval over mij.
Hans Verhagen is geen dichter, geen schilder, geen musicus, geen
filmer. Hij is op de eerste plaats een fenomeen: onze Vlissingse ver
losser. Zijn roeping lag in Amsterdam. Dat mogen we hem niet
kwalijk nemen, maar het wordt tijd dat hij door het oog van de
naald terugkomt.
MINOR
7